Verschillen tussen het Spaanse en Nederlandse rechtssysteem
Het Nederlandse en Spaanse rechtssysteem werkt in de praktijk heel verschillend. Wij komen geregeld zaken tegen waarbij er in Nederland procedures worden gestart, die na afloop in Spanje ten uitvoer moeten worden gelegd (bijvoorbeeld omdat de wederpartij daar onroerend goed heeft waar beslag op dient te worden gelegd). Dit kan de nodige problemen met zich brengen. In dit interview legt advocaat Enrique Martinez uit wat de belangrijkste verschillen zijn en waar je rekening mee moet houden om ervoor te zorgen dat de procedure soepel verloopt.
- Wat zijn volgens jou de belangrijkste verschillen tussen het Spaanse en het Nederlandse rechtssysteem?
Als we het over civiele procedures hebben dan kan in het algemeen gesteld worden dat de Spaanse procedure veel formeler is dan de Nederlandse procedure. Voor alle formaliteiten, hoe klein die ook zijn, dienen zowel de betrokken partijen als de rechtbank schriftelijke processtukken in te dienen met als gevolg dat de hoeveelheid “papier” gedurende het verloop van de procedure steeds meer toeneemt. De Spaanse civiele procedure voorziet tevens in juridische garanties maar geeft de partijen minder gelegenheid om argumenten en bewijsstukken aan te voeren. Hiermee wil ik zeggen dat je in Spanje, met dezelfde garanties als in Nederland, de verdediging kan voeren en bewijsstukken en argumenten kan aandragen maar dit moet echter zo volledig mogelijk en op een bepaald moment worden gedaan. Bij een gewone procedure in Spanje dien je bij aanvang van de procedure, bij de dagvaarding of het verweer, álle feiten en bewijsstukken die je wilt gebruiken aan te dragen. Vervolgens krijg je nog een gelegenheid om aanvullende zaken in te brengen maar deze mogen alléén betrekking hebben op feiten die in een later stadium hebben plaatsgevonden of verband houden met de stellingen van de wederpartij. Tenslotte vindt de zitting plaats. Bij die gelegenheid kunnen dan alleen nog de getuigen en de partijen worden gehoord en worden de conclusies geformuleerd. Ik ben dan ook van mening dat wanneer je in Spanje een gerechtelijke procedure wilt opstarten en de juridische haalbaarheid daarvan wilt beoordelen, je het meeste werk ruim van tevoren moet verrichten. Dat wil zeggen dat je alle relevante documentatie in detail bestudeert en de bewijsstukken en juridische argumenten nog vóór de procedure wordt opgestart zeer goed moet voorbereiden. Het heeft weinig zin om kaarten of “trucs” voor later te bewaren. Dit betekent ook dat de cliënt en de advocaat als een team moeten samenwerken. De cliënt dient volledig transparant en eerlijk te zijn tegenover de advocaat en moet hem/haar alle relevante informatie over de zaak verstrekken. Ik ben altijd van mening geweest dat de beginpositie de beste positie is en dat er in feite sprake is van een soort “uitputtingsslag”: de partij die haar beginpositie gedurende de hele procedure weet te handhaven zal uiteindelijk als winnaar uit de bus komen. Het is dan soms ook beter om op een veilige manier voor 80% te gaan dan met veel risico op de volle 100% in te zetten. Daar komt bij dat de procestermijnen voor advocaten veel strikter zijn in Spanje. Normaal gesproken moet je binnen een termijn van 20 dagen, en bij sommige procedures zelfs binnen 10 dagen schriftelijk reageren. Bij hoger beroep en cassatie geldt tevens een termijn van twintig dagen. Voor sommige procedurele beroepen staat een termijn van vijf dagen. Je begrijpt dus wel dat het werk van tevoren goed voorbereid dient te worden en dat de communicatie met de cliënt open en direct moet zijn. Daar tegenover staat echter dat de rechtbanken zich veel meer tijd toe-eigenen om hun deel te behandelen. Een ander typerend kenmerk van de Spaanse procedure is dat de rechtbanken naar de eisende partij toe zeer strikt en veeleisend zijn en van haar verlangen dat zij alles in het werk stelt om de dagvaarding aan de wederpartij in persoon te betekenen. Het kost veel tijd en werk om een procedure te starten als de wederpartij niet “aanwezig” is. In het Spaans wordt dat “en rebeldía” genoemd (verstek). Ik wil daarbij wel opmerken dat het wel zo is dat als een vonnis eenmaal bij verstek gewezen is, het voor de gedaagde partij absoluut niet eenvoudig is om de rechtbank ervan te overtuigen dat zij terug zou moeten komen op haar besluit. Als je een officieel bericht van de rechtbank ontvangt, is het zeker geen goed idee om “te doen alsof je afwezig bent”, zoals het ook een slecht idee is om een vonnis bij verstek te beogen.
- Wij horen al jaar en dag dat het Spaanse rechtssysteem vastgelopen is en dat het zelfs jaren kan duren voordat zaken worden afgerond. Is dit waar? Wat is jouw mening daarover?
Als je naar het aantal inwoners van Spanje en Nederland kijkt dan heeft Spanje relatief gezien aanzienlijk minder rechtbanken. Dat betekent dus ook dat Spanje veel minder rechters per aantal inwoners heeft en dat deze een zwaardere werklast te verwerken hebben. Als je daar het formele c.q. bureaucratische karakter van de Spaanse procedures bij optelt, is het wel te verklaren dat er steeds meer vertraging optreedt in de behandeling van die procedures. Sowieso verloopt de procesvoering in Spanje veel trager dan in Nederland. Het is vrij gebruikelijk dat de partijen, ongeacht het feit dat er reeds een procedure werd ingeleid, geschillen op minnelijke wijze trachten op te lossen, aangezien het betrekkelijk eenvoudig is om op de uiteindelijke uitkomst van die procedure te anticiperen als de partijen de bewijsstukken en de argumenten eenmaal op tafel hebben gelegd. Het verschilt natuurlijk wel per rechtbank, want de ene rechtbank heeft te kampen met een hogere werklast en/of andere omstandigheden dan een andere. Het ziet er hoe dan ook naar uit dat deze situatie op korte termijn niet echt zal veranderen. De COVID-19 pandemie zal tot veel geschillen van uiteenlopende aarde leiden met als gevolg dat de rechtbanken nog meer werk zullen hebben.
- Kan je uitleggen hoe de tenuitvoerlegging in Spanje van een Nederlands vonnis werkt?
In het algemeen geldt dat de Spaanse rechtbanken de tenuitvoerlegging van Nederlandse vonnissen in Spanje overeenkomstig de EU-regels afhandelen. Deze vonnissen worden als zijnde Spaanse vonnissen behandelend conform de Europese Verordening 1215/2012 (Brussel I Verordening). De verordening is een geweldig instrument, maar tracht zeer uiteenlopende rechtssystemen te coördineren en dat is natuurlijk niet eenvoudig. Om een tenuitvoerlegging van een Nederlands vonnis in Spanje in goede banen te laten leiden, is het van belang om de volgende kwesties in acht te nemen: In de eerste plaats is het zo dat er bij de tenuitvoerleggingsprocedure in Nederland praktisch geen gerechtelijke formaliteiten aan te pas komen. In Spanje, net als bij Spaanse vonnissen het geval is, wordt de tenuitvoerlegging als een “echte” gerechtelijke procedure beschouwd, waarbij de nodige handelingen dienen te worden verricht en waarvoor een advocaat in de arm moet worden genomen. Het komt dan ook zeker voor dat de partij die de beslissing ten uitvoer wil leggen verbaasd is over het werk en de kosten die de tenuitvoerlegging met zich meebrengen. In de tweede plaats is het van belang dat de persoon tegen wie het vonnis ten uitvoer wordt gelegd, in de gerechtelijke procedure op de juiste wijze is opgeroepen. Dat wil zeggen dat de dagvaarding op de juiste wijze is betekend aan die persoon. De betekening in Nederland op het adres van de gedaagde partij moet op vergelijkbare wijze plaatsvinden zoals dit gebruikelijk is in Spanje. Gebeurt dit niet, dan bestaat de mogelijk dat een Spaanse rechter beslist dat het vonnis niet in Spanje ten uitvoer kan worden gelegd en krijg je te maken met een soort “weesvonnis”. Dat wil zeggen dat het vonnis niet in Spanje ten uitvoer kan worden gelegd, in Nederland niet geannuleerd kan worden en de procedure alleen opnieuw opgestart kan worden als de gedaagde partij daarom verzoekt. Als die gedaagde partij alleen bezittingen in Spanje heeft dan zal zij dat zeker niet doen, en zal veel werk en geld voor niks zijn geweest. Verder is het van belang om in procedures waarin getracht wordt beslag te leggen op goederen in Spanje, dat die goederen op de correcte wijze in het Nederlandse vonnis worden vermeld en dat daarin zelfs de te verrichten formaliteiten worden genoemd met betrekking tot de overdracht van het goed. Als dit niet wordt gedaan, krijg je niet alleen te maken met vertraging in de procedure maar kan het ook voorkomen dat het vonnis niet ten uitvoer kan worden gelegd. Als je echter de juiste strategieën toepast en rekening houdt met de manier van functioneren van beide landen, dan kan je op succesvolle wijze maatregelen verkrijgen of procedures laten versnellen, etc. Als een advocaat een gerechtelijke procedure in Nederland, in België of in een andere lidstaat van de EU wenst op te starten en van tevoren eigenlijk wel weet dat een deel van de tenuitvoerlegging betrekking zal hebben op eigendommen in Spanje, dan is mijn advies altijd om nog vóór het inleiden van de bodemprocedure contact op te nemen met een Spaanse advocaat aangezien zijn/haar hulp vroeg of laat nodig zal zijn voor de tenuitvoerlegging van het vonnis in Spanje. Op die manier kunnen zij samen de nodige aanpassingen aanbrengen in de Nederlandse processtukken (hetgeen aan de rechter wordt verzocht) en kan het vonnis vervolgens op de meeste eenvoudige wijze in Spanje ten uitvoer worden gelegd. Ik heb begrepen dat rechters in Nederland open staan voor dergelijke voorstellen. Daarmee wil ik zeggen dat als een rechter in het voordeel van een partij beslist, die partij in de gelegenheid gesteld moet worden om het resultaat te verkrijgen waar zij om vraagt en dat zij verdient. Vanwege deze praktische mentaliteit kunnen de beperkingen van Verordening 1215/2012 overwonnen worden. Het beste resultaat zal dan ook bereikt worden als de advocaat in Nederland vóór de dagvaarding zijn/haar werkzaamheden afstemt met de advocaat die belast zal zijn met de tenuitvoerlegging in Spanje en vice versa.